14 October 2020

Zonnepanelen monitoring bij woningcorporaties: De cijfers

In de nieuwe serie ‘Zonnepanelen monitoring bij woningcorporaties’ duikt SunData’s Lex Schiebaan in de wereld van woningcorporaties. Dit eerste deel van een drieluik focust zich op data: hoeveel huurwoningen met zonnepanelen zijn er eigenlijk? Waar liggen kansen voor woningcorporaties, en hoe benut je die optimaal? SunData deed marktonderzoek en deelt bevindingen.

1 miljoen huizen met zonnepanelen

Nederland wordt in rap tempo vol gelegd met zonnepanelen. Deze zomer passeerden we de magische grens van 1 miljoen huizen met zonnepanelen. Dat betekent dat 1 op de 8 huizen uitgerust is met een zonnepaneelsysteem en dat op al die huizen meer dan 10 miljoen zonnepanelen liggen. Een mooie maar ook broodnodige stap als we met ons land de klimaatdoelstellingen willen halen.

“Nederland telt 10 miljoen zonnepanelen op huizen: mooi maar ook broodnodig als we de klimaatdoelstellingen willen halen.”

Maar er is veel meer nodig

Goed nieuws dus zou je denken, maar er is nog veel meer zonne-energie nodig om in 2030 onze CO2 uitstoot met bijna de helft te verminderen. Even op een rij:

  • De Europese Unie heeft namens alle lidstaten in het klimaatverdrag van Parijs harde toezeggingen gedaan om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 40% te verminderen ten opzichte van 1990.
  • Nederland wil zelfs een reductie van 49% voor elkaar krijgen. Zonnepanelen kunnen daar een grote bijdrage aan leveren.
  • Maar tot nu toe komt slechts 1% van ons totale energieverbruik uit zonne-energie.

7 op de 8 daken werkloos

Gelukkig liggen de kansen voor het oprapen. Want er is nog ruimte genoeg op de Hollandse daken. Hoewel 12,5% van de huizen in Nederland dus al op de goede weg is, zijn 7 van de 8 daken nog altijd werkloos. Zij wekken geen energie op.

Bijschrift: Bijna een derde van de Nederlandse woningmarkt is in handen van woningcorporaties. Zij beheren 2,35 miljoen woningen, slechts 11% daarvan heeft zonnepanelen.

Van wie zijn die daken?

Om te zien waar grote slagen te maken zijn, een paar cijfers over de Nederlandse woningmarkt:

  • 58% van de woningen zijn particulieren koopwoningen.
  • 32% zijn huurwoningen, waarvan 29% in handen van woningcorporaties.

“Dat betekent dat 2,35 miljoen woningen in handen zijn van woningcorporaties, bijna een derde van de Nederlandse woningmarkt. Slecht 11% daarvan is uitgerust met zonnepanelen.”

De uitdaging voor woningcorporaties

Maar verduurzamen is natuurlijk veel meer dan enkel zonnepanelen aanschaffen. Landelijke branchevereniging van woningcorporaties Aedes schetste daar 4 scenario’s voor:

Bijschrift: De routekaart voor C02-neutrale woningen van branchevereniging van woningcorporaties Aedes.

Van beter isoleren tot lokaal energienet

Het grootste energieverbruik in de corporatiesector zit in het warm houden van huizen. Op dit moment gebeurt dat grotendeels met gas. Daarop besparen is een flinke uitdaging. Van betere isolatie (scenario A) met soms volledig nieuwe gevels en daken (scenario B) tot warmtepompen en misschien zelfs lokale energienetten en andere innovaties. Woningcorporaties staan voor een grote opgave, die niet in een paar jaar afgerond is.

Eerst zonnepanelen, dan isolatie

Scenario’s A en B zijn ingewikkelde operaties. Soms moeten bewoners zelfs (tijdelijk) hun huis om zo’n renovatie mogelijk te maken. Het is dan ook niet gek dat woningcorporaties als eerste stap massaal zonnepanelen installeren. Want:

  • De bestaande techniek is universeel toepasbaar op vrijwel elk dak.
  • Het is voorspelbaar: de zon schijnt elk jaar zeer constant.
  • Zonnepanelen geven goed en meetbaar rendement, want met salderen (inclusief afbouw) is de opbrengst gegarandeerd.
  • Er is weinig onderhoud, als er tenminste en duidelijk onderhoud- en serviceplan uitgevoerd wordt. Want zonnepanelen zijn zeker niet onderhoudsvrij.

250.000 huurwoningen van woningcorporaties zijn nu voorzien van ruim 2 miljoen zonnepanelen. Sommige systemen zijn 10 jaar geleden geplaatst, maar de grote meerderheid de afgelopen 3 jaar.

“Verduurzamen door installeren van zonnepanelen is de populairste maatregel.”

Maar werken die zonnepanelen wel?

Zonnepanelen zetten zonne-energie om in duurzame elektriciteit. Maar dan moeten ze wel werken. Om in de gaten te houden of zonnepanelen goed functioneren bestaan gelukkig slimme monitoringstoepassingen. Door metingen inzichtelijk te maken kun je de opbrengst vergelijken. Bijvoorbeeld met systemen van buren, of met de verwachte opbrengst op basis van weersvoorspellingen. Zo krijg je inzicht in de prestatie van zonnepanelen, en of die prestatie wel optimaal is.

Wat als die prestatie niet optimaal is?

Huurde je in het verleden via een woningcorporatie, dan betaalde je vrijwel nooit servicekosten als jouw huis nieuwe zonnepanelen geplaatst kreeg. Werkte jouw systeem niet optimaal? Dan leverde dat vooral gesteggel op tussen de woningcorporatie en de installateur van het systeem. Tegenwoordig betaalt een huurder mee in de vorm van een stijging van (een paar) honderd euro per jaar aan servicekosten. En wie betaalt, verwacht goede service.

Voorkomen is beter dan genezen

De woningcorporatie heeft nu dus nog meer dan in het verleden de taak om ervoor te zorgen dat systemen goed werken. Die verantwoordelijkheid verleggen zij vaak bij de installateur: eerst als onderdeel van de garantie, later in een onderhoud- en servicecontract. Een goede monitoringsinfrastructuur is daar essentieel in. Want hoe eerder problemen gesignaleerd worden, hoe sneller die verholpen kunnen worden, hoe hoger de opbrengst. En daar heeft iedereen baat bij:

Bijschrift: van installateur tot huurder: iedere betrokken partij heeft baat bij goed werkende zonnepanelen.

“Wil je succesvol zonne-energie projecten implementeren als woningcorporatie, dan is het monitoren van de prestatie van de systemen onmisbaar.”

De woningcorporatie legt deze verantwoordelijkheid uiteraard bij de installateur van de zonnepanelen. In het begin als onderdeel van de garantie en later als onderdeel van een onderhoud en servicecontract. Hierbij maakt de installateur natuurlijk een afweging tussen risico en kosten. Een goede monitoring infrastructuur is daar een essentieel onderdeel van. Want voorkomen is beter dan ………

Wat is monitoring nou precies?

Monitoring is een ruim begrip waarbinnen weer verschillende variaties zijn. De 3 hoofdcategorieën:

  • Geen online monitoring
    De omvormer is niet verbonden met internet. Dit was de standaard tot ongeveer 2013. Soms heeft de omvormer een display waarop bijvoorbeeld de totaalopbrengst afgelezen kan worden. Een andere mogelijkheid is dat er een los kWh metertje in de meterkast geplaatst is. Maar vaak is het helemaal niet mogelijk de opbrengst te zien.
  • Online monitoring.
    Online monitoring De omvormer heeft een mogelijkheid om te verbinden met de internetverbinding van de bewoner, vaak door middel van een wifi- of ethernetverbinding. De opbrengst kan inzichtelijk gemaakt worden op een app of eigen dashboard.
  • GSM monitoring
    Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het GSM netwerk. Vaak in combinatie met een externe bruto performance meter.

Onderzoeksresultaten SunData: helft van online monitoring gaat fout

Uit recent onderzoek van SunData bleek dat er eigenlijk nog een 4e categorie bij hoort: online monitoring blijkt in een groot deel van de gevallen helemaal niet online, en dus niet werkend, te zijn.

Bijschrift: Onderzoeksresultaten van SunData, gebaseerd op eigen marktonderzoek (onder installateurs van zonnepaneelsystemen en middels interviews met woningcorporaties) en marktcijfers (CBS, Aedes).

Uit ons marktonderzoek bleek onder meer dat:

  • Van alle systemen die uitgevoerd zijn met online monitoring bijna een kwart niet functioneert.
  • Oorzaak hiervan is dat vaak de verbinding nooit juist is ingesteld.
  • Nog vaker is het systeem in het verleden wel online geweest, maar zijn er gaandeweg problemen ontstaan met bijvoorbeeld de wifi-verbinding.
Conclusie: de infrastructuur is er wel maar in de praktijk werkt het niet.

Wat is dan wél een betrouwbare monitoringsoptie?

Als je kijkt naar zekerheid, privacy en kosten, dan hebben alle monitoringsmogelijkheden voor- en nadelen. Uiteraard wil je als woningcorporatie voor de beste optie gaan, want dat bespaart je uiteindelijk kosten. Een goede afweging tussen de investering nu en de onderhoudskosten in de toekomst is dan van groot belang. Want hoewel ‘Geen online monitoring’ op het eerste oog de minste problemen zou geven, kan dat nog wel eens fiks tegenvallen. Want dat je problemen niet signaleert, betekent dat niet dat ze er niet zijn…

Meer weten?

Dit was het eerste deel van ons drieluik over monitoring van zonnepanelen bij woningcorporaties. In deel 2 en 3 delen we de komende weken praktijkervaringen en welke lessen je daar uit kunt trekken. Werk je bij een woningcorporatie en heb je nu al vragen over dit onderwerp? Neem hieronder vrijblijvend contact op met SunData, we delen graag vrijblijvend onze tips!

Neem contact op:

Bronnen: Bronnen: de genoemde marktpercentages zijn gebaseerd op cijfers van EnergieOpwek, CBS (Statline) en Aedes (Datacentrum & Shaere), aangevuld met extrapolaties o.b.v. de meest recente gegevens. De monitoringspercentages zijn afkomstig uit het marktonderzoek ‘Zonnepanelen monitoring bij woningcorporaties’ van SunData.